woensdag 2 december 2015

Disruptief!


Da’s denk ik het Nederlandse woord voor de diensten die in hoog tempo het internet vullen. Vorige week keek ik naar DWDD en zag een man in een T-shirt flirten met een dame die een bekende Nederlandse schijnt te zijn, ook vanwege haar acteeractiviteiten, maar met name vanwege het zijn van ‘tafeldame’ bij het programma DWDD.
Het was niet zozeer het flirten dat mijn aandacht trok, maar veel meer de hoofdreden waarom hij uitgenodigd was voor het programma, het was een bankdirecteur. Spijkerbroek, t-shirt, een jaar of 35 en bankdirecteur. Het werd nog indrukwekkender toen hij ook nog de eigenaar van de bank bleek te zijn! Nou ja, bank, in ieder geval een bedrijf met een bankvergunning. Hij heeft met een aantal vrienden een app in de lucht gekregen waarmee we geld kunnen transfereren van een rekening naar een andere zonder dat de bank hier tussen zit.
Volgens een analist, die ook aanwezig was, doen de bankiers in streepjespak het in hun broek. De dienstverlening gaat digitaal! Nadat we inmiddels massaal producten kopen op het internet, gaan we nu ook diensten kopen op het internet. Net als bij de producten is de eerste reactie van de traditionele leveranciers dat het om allerhande redenen, zoals persoonlijk contact, veiligheid en bescherming van alles en nog wat, allemaal zo een vaart niet zal lopen. Natuurlijk weten we inmiddels dat deze
verdediging faalt en dat je er beter aan doet om te accepteren dat de afnemer anno 2016 digitaal gaat. Hij/zij wil een 24/7 aanbod, een review gebaseerde reputatie, online prijsvergelijk, online afnemen en de middelman uit het verhaal.
Dat is waar voor banken, maar dat is misschien nog wel meer waar voor advocatenkantoren. Het goede nieuws is dat de advocaat blijft, wat bij de bankier de vraag is. De uitdaging is echter dat hij/zij niet meer in een advocatenkantoor zit en dat de concurrentie van juristen, anders dan van advocaten, meer werkelijkheid wordt.
De dienst van juridische bijstand verhuist in de komende drie tot vijf jaar naar het internet. De hiërarchie van het advocatenkantoor, de overhead van de infrastructuur van het advocatenkantoor en de beperking van keuze bij het advocatenkantoor worden vervangen door een communicatief collectief van juristen en advocaten in een virtueel kantoor op het internet. De kosten zullen halveren en de prijs per uur zal gemiddeld onder de € 100 zakken. Voor eenvoudig werk zal een prijsniveau van rond de € 50 ontstaan, voor gedegen advocatenwerk rond de € 100 en voor meer specialistisch werk mogelijk het dubbele. Daarbuiten blijft er een boutique business voor superspecialisten met koffie, een koekje, een zuidaspaleis en fantasietarieven, maar dat is te meten in promillen van de verkochte uren.
Het gros van de advocatenkantoren moet dus verhuizen. Er moet een bedrijfsplan ontstaan dat de participatie definieert aan deze verhuizing. Wat te doen met bestaande praktijken, met bestaande medewerkers, advocaten en hoe om te gaan met de nieuwe medewerkers en tot slot; waar verdien ik nog hoeveel aan?
Veel vragen en vooralsnog weinig antwoorden. Die zijn te vinden in kennis van zaken doen op het internet. Dit is een specialisme dat niet past in IT, want het is wat anders dan het hebben van een website, niet past in de advocatuur, want het is nu net niet het runnen van een advocatenkantoor, niet past bij de bedrijfsconsultant, want het is nieuw en kan dus niet uit ‘lange ervaring’ komen opborrelen.
Het nieuwe, digitale, advocatenkantoor heeft nog geen eigenaar. Het kan de verzekeraar zijn, de accountant, de internetondernemer, maar het het kan ook het advocatenkantoor zijn. Het advocatenkantoor heeft veel voor op de anderen, maar dan moeten ze wel “out of the box” denken, besluitvaardig worden en zich verbinden aan het juiste initiatief voor een digitaal advocatenkantoor
Ze moeten het lef hebben disruptief te zijn!




Geen opmerkingen:

Een reactie posten