zaterdag 27 februari 2016

'The big short'

Het is een film, een semi-documentaire over onze banken wereldwijd en volgens de New York Times; een goede kanshebber om een Oscar te winnen. Ik ben gisteren gaan kijken en het is de moeite waard, een aanrader.
Het verhaal speelt zich af in aanloop naar de financiële crisis van 2008. Het gaat over de banken die uit eigenbelang hypotheken verstrekken aan luitjes die alleen kunnen terugbetalen als het onderliggende vastgoed blijvend in waarde toeneemt, het vertelt over banken die door steeds gemakkelijker hypotheken te geven de huizenmarkt kunstmatig oververhit houden, het vertelt over banken die al die slechte hypotheken bundelen met een paar goede hypotheken en deze bundels aanbieden als een risicovrij product, het vertelt over banken die personeel van de toezichthouder op het bankwezen baantjes beloven en personeel van de beoordelingsagentschappen onder druk zetten voor een goede beoordeling van deze nepproducten en het vertelt over banken die als dit piramide spel uiteindelijk fout loopt, hun risico’s proberen af te wentelen op niets vermoedende investeerders. Als dat maar ten dele lukt, gaan de banken voor overheidssteun. Miljoenen mensen wereldwijd worden willens en wetens door de banken, alle banken overigens, opgelicht en bedonderd en geen enkele bank of bankier ondervindt blijvende gevolgen. Dit alles onder het toeziend oog van de overheid als regulator en ook daar zijn geen repercussies. Vandaag is ons risico voor verlies door bankenbedrag eender als dat was in 2008.
Het hele verhaal wordt opgehangen aan een paar bankiers die wisten wat er zich afspeelde en die opties kochten op het falen van deze nepproducten van de banken. Zij zijn er als enigen veel mee opgeschoten. Het blijft in mijn hoofd rondzingen hoe het kan dat een gereguleerde bedrijfstak zo ver afdrijft van haar publieke taak. Per slot was de bankier ooit de door de overheid gereguleerde instantie waar wij met een gerust hart ons spaargeld konden achterlaten.
Ooit, in een tijd waarin een bankier geen handelaar was in financiële producten omdat het niet was toegestaan en omdat het niet paste binnen de gedragscode van bankiers. Toen de overheid als regulator nog helder voor ogen had welke rol de banken voor het publiek vervulden.
Het blijft balanceren op de grens van publiek en privaat belang, waarbij privaat financieel belang leidt tot ernstige schade aan de publieke zaak bij het ontbreken van correcte regulering. Een bedrijfstak die zich op deze scheidslijn van publiek en privaat bevindt is de advocatuur. Zonder de vergelijking tussen bank en advocatenkantoor te maken, is het de moeite waard de advocatuur in dit licht te bekijken. Bijvoorbeeld omdat het financiële belang van het advocatenkantoor prevaleert boven de invulling van de publieke taak, waarbij de diensten, producten en de tarieven van het kantoor zijn aangepast aan de best betalende klant. Hiermee neemt de bedrijfstak een loopje met haar publieke functie hetgeen gecorrigeerd zou moeten worden door de regulator. Deze heeft immers middels het verstrekken van voorrechten en verplichtingen deze publieke functie bij de advocatuur ondergebracht. Dat de overheid nog niet ingrijpt heeft meerdere oorzaken. Bijvoorbeeld heeft de ontwikkeling dat minder mensen de weg naar de rechter vinden positief uitgewerkt op de belasting van ons rechtssysteem. Dat is goed voor het budget van de overheid. Ook is er weinig weerstand van de bevolking geweest tegen hun afnemende toegang tot het rechtssysteem, mede omdat alternatieve aanbieders zijn gaan claimen dat zij de onderkant van de markt bedienen. De boekhouders en de verzekeraars zijn hiervan voorbeelden. Zij opereren goeddeels buiten het formele rechtssysteem en baseren hun dienst meestal op een soort van bemiddeling die vooral een rechtsgang moet voorkomen. Ondanks de risico’s die zo’n ongereguleerde dienst introduceert voor de publieke functie van rechtsbijstand, zowel in de kwaliteit van werk als ook voor een goede rechtsgang, zijn de voordelen voor de overheid en de advocatuur vooralsnog doorslaggevend. Minder vergoedingen en ontlasting van het rechtssysteem voor de overheid en minder ‘onderbetaald werk’ voor het advocatenkantoor.
Als de bedrijfstak hecht aan haar gereguleerde positie, doet zij er echter goed aan de publieke functie te adresseren voordat de overheid haar positie gaat herbezien. Daarbij is het argument dat de overheid zelf de verwaarlozing van de publieke taak mede veroorzaakt door onvoldoende te vergoeden niet steekhoudend. De vergoedingen zijn eerst en vooral onvoldoende omdat het product en de tarieven van de advocatuur niet langer passend zijn voor een publieke dienst die een ieder gelijke toegang moet verschaffen tot ons rechtssysteem.
Het goede nieuws is dat ook dienstverlening aan de kleinere klant winstgevend kan zijn en dat uitbreiding van dienstverlening naar het MKB, zzp’ers en particulieren de juiste zakelijke beslissing kan zijn. Voorwaarde is dat het product en het tarief kloppen en de dienst wordt geleverd via een virtueel kantoor op het internet. De dienst kan dan bijdragen tot het resultaat van het advocatenkantoor, zorgen voor continuïteit van het kantoor, terwijl het blijft voldoen aan de regulatoire eisen die de overheid stelt. Rechtdeur.com is een goed voorbeeld van dit model.
Nu maar afwachten wie er opties neemt op het falen van de orde om het internet te verbieden, 'The big short'…wordt vervolgd.

vrijdag 19 februari 2016

Op de grens van overheid en markt

De laatste maanden reis ik met grote regelmaat door het land op bezoek bij advocatenkantoren. Het oogmerk is om uit te vinden of en hoe zij een rol kunnen vervullen in de opkomst van juridische dienstverlening op het internet. Voor mij als buitenstaander ontwikkelt zich door deze gesprekken een beeld dat tot nadenken aanzet.  
Ik heb nog geen eindconclusie, maar wel een voortschrijdend inzicht dat de advocatuur terecht is gekomen in het oog van een storm waarom men niet heeft gevraagd en waardoor velen in uiterste verwarring zijn geraakt.
Het is allemaal begonnen toen het gebouw van onze rechtsstaat een invulling nodig had van de veronderstelde kennis van de wet bij een ieder die eronder valt. Wetgeving, handhaving en beslechting van geschillen is allemaal in te vullen met professionals die zijn opgeleid om de regels van het spel te kennen, de deelname van de rest van de samenleving is moeilijker te realiseren en om die rest is het nu juist allemaal begonnen in de rechtsstaat. Zonder kennis van de spelregels kun je het spel van samenleven in vrede en vrijheid niet spelen, maar gezien de complexiteit van de regels, is professionele hulp vereist om tot voldoende kennis van de wet en haar toepassing te komen.
De advocatuur werd een brug tussen de wereld van professionals in wetszaken en de mensen van alledag. Op basis van deze brugfunctie kreeg de advocatuur van de overheid bijzondere verplichtingen en rechten die moeten verzorgen dat een advocaat kundig is en dat hij/zij het vak uitoefent op een voorspelbare wijze en met een verzekerde kwaliteit. Dit alles om te borgen dat een ieder toegang heeft tot het rechtssysteem, maar ook dat het rechtssysteem efficiënt kan functioneren.
De advocaat is sindsdien dienaar van een publieke zaak, maar ook ondernemer die moet zorgen dat het advocatenkantoor winst maakt om zodoende de kosten ervan te kunnen dekken.
De publieke zaak vraagt om een advocaat die een ieder gelijkelijk terzijde staat, maar de onderneming vraagt om een voorkeursbehandeling van cliënten die het meest rendabel zijn. Deze spagaat heeft gedurende de laatste twee decennia geleid tot verwatering van de publieke taak van de advocatuur met als gevolg dat de relatie tussen het gros van de deelnemers aan de samenleving en de advocaat vrijwel is verdwenen. Buiten de rechtsstatelijke problemen die dit oplevert, is ook de continuïteit van het advocatenkantoor als onderneming in het geding.
Door ons als mensen van alledag die willen deelnemen aan de samenleving volgens de regels van de wet, is gezocht naar alternatieven om tot ons recht te komen. Dat is sociologisch mogelijk normaal en hoeft niet slecht te zijn, maar is ongereguleerd en ontkent de rol van de advocatuur zoals door de overheid bedoeld.
Langzaam maar zeker is de samenleving gewend geraakt aan juridische hulp van de boekhouder, de rechtsbijstandverzekering en aan zelfhulp op het internet. U zult denken, dat is beter dan de Ndrangheta die in Zuid-Italië zorgt voor een ‘vreedzame’ samenleving of de pooiers die op de Amsterdamse wallen zorgen dat het ‘veilig’ is om de klandizie niet af te schrikken. Maar een zichzelf respecterende rechtsstaat kan niet tevreden zijn met een tweedeling tussen luitjes die volledig kunnen deelnemen aan het rechtssysteem en de meesten van ons, die niet verder komen dan te doen alsof we serieus deelnemen. De boekhouder heeft niet de kwalificatie, de verzekeraar heeft een conflicterend belang en levert derhalve vaak niet of onvoldoende en van zelfhulp op het internet is juridisch nog niemand beter geworden.
De advocatuur erkent tot zover de ontstane situatie maar heeft geen notie hoe zij de haar toebedeelde plek in het systeem terug moet krijgen en de politiek lijkt tevreden met de werkwijze van de dag omdat er weinig beklag is van de burger en de last voor het rechtssysteem vermindert doordat er zonder toegankelijke advocaat steeds minder een beroep wordt gedaan op de rechter.
Dit is het beeld dat zich bij mij vormt uit de gesprekken met advocatenkantoren en zoals gezegd, heb ik er nog geen eindconclusie aan kunnen verbinden.
Toch is er aanleiding om vandaag de kat de bel aan te binden. Er dient zich een nieuwe speler aan; de dienstverlener op het internet. Een jurist/advocaat van vlees en bloed die zijn of haar dienstverleningspraktijk van A tot Z op het internet uitvoert. Het is de dienstverlening van het advocatenkantoor, maar dan zonder kantoor en 24/7 toegankelijk op het internet. Goedkoper en zonder drempel te benaderen, passend bij al die klanten die het advocatenkantoor niet meer heeft. Deze nieuwe speler is niet te verwarren met de internetsite van een advocatenkantoor, standaardproducten op het internet, of met de zelfhelpende leek op het internet. Het is een directe concurrent van het advocatenkantoor, waarop heel goed regulering kan worden toegepast en waarbij kwaliteit van werk en gedrag eender aan het advocatenkantoor kunnen worden geborgd. Eigenlijk lijkt de nieuwe speler zoveel op een advocaat dat het voor de advocatenkantoren de logische stap is om hiermee haar positie in ons rechtssysteem te herbezetten. Nu maar zien of de bedrijfstak zich tijdig kan ontwarren en de ondernemer in de advocaat actief wordt, voordat een van de vele initiatieven van verzekeraars, boekhouders en andere ondernemers de weg naar voren afsluit.
Het internet is toegankelijk voor een ieder, maar de plek voor succesvol ondernemen is beperkt tot de top twee of drie.


donderdag 11 februari 2016

Elon Musk ‘on steroids’

Een van de meest bijzondere ondernemers van onze tijd is ongetwijfeld Elon Musk. Hij is niet bij iedereen even bekend, maar de meesten van ons kennen zijn bedrijven des te beter. Elon, een geboren Zuid-Afrikaan met Engelse en ook wat Nederlandse achtergrond studeerde aan Stanford University en ontwikkelde eerst Paypal, voor veilig betalen op het internet, verkocht zijn aandeel daarin en begon Tesla, de meest succesvolle elektrische autofabrikant en ook Space-ex, dat voor de Amerikaanse overheid taxidiensten verzorgt naar het International Space Station en dat expliciet als doel heeft om jou en mij een kaartje naar Mars te verkopen.
Elon is midden veertig, twee keer gescheiden van dezelfde vrouw en vindt dat we minder moeten gebruiken van eindige grondstoffen en dat we ons moeten voorbereiden om elders dan op aarde menselijk leven voort te zetten. Het 'single point of failure' dat onze aarde vormt als menselijke leefomgeving, is onacceptabel.
In Silicon Valley, dè broedplaats van vernieuwing en briljante ideeën, is inmiddels een denkwijze ontstaan dat je fantastische ideeën hebt en dan heb je ‘Elon Musk ideeën’.
Dat zijn ideeën die tot dan als te zot voor woorden werden gehouden. Voor ons kunnen dat soort ideeën een inspiratie voor verandering zijn. Hopelijk een verandering die verder gaat dan het Elon Musk idee. Het is bijvoorbeeld heel mooi als we allemaal elektrisch gaan rijden, maar de echte oplossing is dat we minder en veelal helemaal niet rijden. Dat we in alle mogelijke gevallen veranderen van de automobiliteit, naar virtuele mobiliteit. Het internet maakt deze vorm van mobiliteit mogelijk, mits wij de juiste hulpmiddelen beschikbaar hebben.
Het is geen nieuws dat de meeste mobiliteit van mensen ontstaat door werk, vandaar het zogenaamde spitsverkeer bij aanvang en einde van de werkdag. Er zijn mensen die schroeven moeten aandraaien, een huis moeten verven of een boot moeten lassen, zij zijn met de virtuele mobiliteit niet echt geholpen, maar de rest van ons kan zijn dienst of product prima via het internet aan de man brengen.
Het idee dat de dienstverlener en zijn klant samen in de file staan om een vergadering te hebben op een kantoor met onvoldoende parkeergelegenheid voor de auto waarin zij gekomen zijn, is een idee dat voor verbetering vatbaar is. Zo een verbetering vergt wel een verandering in ons gedrag en daartegen hebben wij een ingebouwde weerstand. Verandering moet zich als verbetering bewijzen en tot dan dragen wij elk denkbaar en ondenkbaar argument aan om verandering te voorkomen. Zo gaat dat ook met de virtuele mobiliteit. Bijvoorbeeld de opkomst van het zogenaamde internetbankieren, wat het bezoek aan bankkantoren grootsdeels tot het verleden heeft gemaakt, maar ook Zalando en Bol.com, waardoor we vaak ‘de stad’ niet meer in gaan om inkopen te doen. Velen onder ons hebben deze veranderingen bestreden en ontkend, we hebben gewezen op het gevaar, de risico’s en de diepgevoelde noodzaak van persoonlijk contact bij het afnemen van bancaire diensten en de producten van het warenhuis. Het is allemaal vergeefs geweest, ons onterechte verzet tegen verandering was een verloren strijd vanaf de start. Het personeel van de bankkantoren is gereduceerd, kantoren zijn gesloten en ook het personeel van V&D hoeft de trip naar de winkel niet meer te maken. Niet door slecht management van de banken of V&D, maar omdat wij langzaam maar zeker ons gedrag hebben aangepast en er de voorkeur aan zijn gaan geven om op het internet te bankieren en onze inkopen te doen.
Dat is eigenlijk een Elon Musk idee ‘on steroids’, zeker naarmate ons gedrag voor veel meer aanbieders zo verandert. De weerstand tegen verandering zal er blijven, maar verminderen wanneer we meer vertrouwd raken met de virtuele mobiliteit van het internet en naarmate de hulpmiddelen voor die mobiliteit verbeteren. Rechtdeur.com is een goed voorbeeld van zo een hulpmiddel voor de juridische dienstverlening. Deze bedrijfstak, onder aanvoering van de advocatuur, staat aan de vooravond van de omschakeling naar virtuele mobiliteit. Alle kenmerken voor gebruik van het internet voor de primaire bedrijfsactiviteit zijn aanwezig. Er is weinig of geen reden om als dienstverlener in de juristerij in de file te staan naar een kantoor waar je mensen ontmoet die ook in de file stonden, die ook geen parkeerplek konden vinden, die ook twee uur reistijd kwijt zijn, enzovoort.
Natuurlijk is er ook de weerstand, de bangmakerij, die diepgevoelde noodzaak voor persoonlijk contact enzovoort. De resterende vraag is wie er aan de andere kant van de verandering onze juridische dienstverlener zal zijn. Zal de advocatuur, zoals de banken dat hebben gedaan met elektronisch bankieren, de vernieuwing omarmen en een belangrijke speler blijven, of zal de advocatuur, zoals het warenhuis heeft gedaan bij internet winkelen, weerbarstig tegen verandering blijven ageren en net als bijvoorbeeld V&D marginaliseren ten gunste van de Bol.coms en Zalandos in de juridische dienstverlening?
Wie het eerst en het best reageert op het inmiddels veranderde gedrag van de afnemers, krijgt het gelijk aan zijn kant waarbij het voorlopig 1-0 lijkt te staan voor de Arags en Dassen van deze wereld.
We gaan het zien, maar hoe dan ook gaan we de verkeersproblematiek, de vervuilingsproblematiek, de leefbaarheidsproblematiek in binnensteden, maar ook onze wens tot een betere werk-leefverhouding mede invullen door virtuele mobiliteit, ook in juridische dienstverlening. Het is goed als we ons doen en laten veranderen.

woensdag 3 februari 2016

Uber is beter en goedkoper

De prijs voor een taxirit van Schiphol naar Amsterdam kost 40 euro. Als ik naar het concertgebouw ga en na afloop een taxi naar huis neem, kost dat 100 euro. Natuurlijk komt dat omdat ik in het Gooi woon en dat het ‘s avonds laat is, maar toch kun je er niet omheen dat een taxirit voor de ‘upper ten’ is en dat de rest moet zien dat er nog een bus rijdt naar waar ze heen willen.
In een marktgedreven economie zoals Nederland worden diensten her-uitgevonden als een betere en goedkopere dienst, zo gauw te veel mensen de oorspronkelijke dienst niet meer gebruiken. Het internet werkt als een katalysator voor veel van dit soort vernieuwing.
De taxidienst Uber is een goed voorbeeld. Door gebruik van het internet is de prijs van een taxirit met 30 tot 50% gereduceerd en ook is de dienst kwalitatief verbeterd.
Voor degenen onder u die nog geen Uber gebruiker zijn, het werkt ongeveer zo;
als je een taxi wilt dan klik je op je smartphone op het icoon van Uber. Je krijgt wat puntjes te zien op een kaart van de omgeving waarin je je bevindt (je telefoon weet dit doordat hij ‘locatiebewust’ is). De puntjes vertegenwoordigen beschikbare Uber taxi’s en alvorens je er één kiest kun je zien wat de waardering is van klanten die jou voorgingen in deze taxi. Je kiest een taxi door erop te klikken en vervolgens krijgt de bestuurder van deze taxi de door jou gevraagde rit op zijn of haar smartphone. Deze accepteert de rit en jij volgt op je telefoon de komst van jouw taxi. Bij aankomst stap je in en op je bestemming stap je weer uit. De chauffeur wordt afgerekend via jouw creditkaart waarvan de gegevens bij Uber zijn ondergebracht. Geen telefoontje meer naar een taxinummer, geen debat met een centrale over hoe lang het duurt, geen vrees dat je op een taxi staat te wachten waarmee inmiddels een ander is vertrokken, geen gepruts met meters, met betalen en al dan niet tippen. En dat alles voor 30 tot 50% minder.
Beter en goedkoper. Ik ben veel vaker de taxi gaan nemen sinds Uber.
Dat is ook ongeveer wat het internet kan doen met juridische bijstand. Het kan het beter maken en goedkoper.
De juridische dienstverlening wordt traditioneel aangeboden door het advocatenkantoor, maar is gaandeweg verworden tot een luxe voor de upper ten en de rest van ons, particulieren en kleine ondernemingen, moeten maar zien hoe we aan ons recht komen. De markt heeft inmiddels de rechtsbijstandverzekering en rechtshulp via de accountant bedacht en dat is wel goedkoper maar vaak ook minder van kwaliteit. Het is een soort van busvervoer na het concert; je moet maar afwachten of het je brengt waar je komen wilt.
Je hebt een vraag of een probleem en je vraagt je af of en hoe ons rechtssysteem kan helpen met een oplossing. Een goede internetoplossing laat je kiezen uit juristen op basis van hun expertise, ervaring, prijs en klantbeoordelingen. Nu weet je dat de man of vrouw het waard is om je met jouw probleem te helpen. Dan geeft de internetoplossing je voortdurend online en up to date inzicht in gemaakte kosten en kun je via WhatsApp, e-mail en Skype communiceren met jouw jurist en wel op momenten dat het jou past.
De kosten van de dienst halveren door het ontbreken van overhead en hiërarchie bij de dienstverlener en de kwaliteit van de dienst verbetert doordat je een betere match vindt tussen jouw probleem en een jurist, omdat je geen reistijd verliest en doordat je de dienst kunt afnemen op een tijdstip dat jou past. Het loont de moeite rechtdeur.com eens te bezoeken om tot een beter inzicht te komen omtrent een implementatie van zo een internetoplossing.
Bij de advocatuur is er veel weerstand tegen vernieuwing via internetdiensten, zoals dat er is tegen Uber bij de bestaande taxidienst. Bij de taxidienst zijn de taxichauffeurs en hun taxicentrales weerbarstig. Zij hebben een ‘status aparte’ gecreëerd met extra opleidingen buiten het rijbewijs, met een heel systeem van vergunningen waarvoor veel geld is en wordt betaald, met een verplichte kleur van de auto en de kentekenplaat en zo nog meer dingen, die allen identificeren dat het hier een taxi betreft. Bij de juridische dienstverlening zijn het de advocatenkantoren en de ‘orde van advocaten’. Ook zij hebben zo een eigen wereldje gecreëerd, met een advocaatopleiding na de rechtenstudie, met goodwill waarvoor veel geld is en wordt betaald, met het recht om een toga te dragen en zo nog meer dingen die duidelijk maken dat het hier een advocaat betreft.
In beide gevallen is hier niets mis mee, de eisen en uitingen van bekwaamheid hadden en hebben gegronde redenen, maar ook in beide gevallen bedient de bedrijfstak niet langer de voor hen bedoelde cliënteel. Wanneer een nieuwe dienst zich aandient die goedkoper is en in de ogen van de meeste klanten beter, dan is weerstand de verkeerde reactie van bestaande dienstverleners. De taxichauffeurs en centrales hebben inmiddels bewezen een verloren strijd te leveren waarin voor hen een steeds afbrokkelende positie resteert. De advocatenkantoren en hun orde van advocaten kunnen nog ten halve keren om hun relevantie in de juridische dienstverlening in stand te houden en zelfs te vergroten.
De klant centraal stellen, ook de particulier en de kleine ondernemer, verandering omarmen en leidend zijn in het proces naar een nieuwe dienst, waarin een heel vooraanstaande positie is voor het advocatenkantoor op het internet.
Wie dat doet heeft een grote toekomst in juridische dienstverlening.